In 2016 wapperen de zwarte IS-vlaggen op veel plekken in Irak. Melek is met haar ouders gevlucht voor de terreur en wacht in de Koerdische stad Erbil op een betere toekomst. Ik ben in Irak om de verhalen van de vluchtelingen in beeld te brengen. Dat juist haar portret – met de neergeslagen ogen – zo veel mensen raakt, kan ik dan nog niet bedenken.
Drie jaar na onze eerste ontmoeting sta ik in de zomer van 2019 opnieuw oog in oog met Melek. De omstandigheden zijn nu heel anders. Ik ben speciaal naar Irak gereisd om haar en haar zus Sara een cadeau te brengen.
Gebrokenheid
Meleks gebrokenheid blijft na 2016 in mijn hoofd zitten. Melek (wat ‘engel’ betekent) lijdt aan albinisme. Ze kan door de ziekte minder goed zien en weinig licht verdragen. Ik wil graag iets voor haar betekenen en in 2018 weten we haar weer op te sporen. Melek is inmiddels terug in haar oude huis in Karakosh. Via Rabi, mijn contactpersoon, hoor ik dat zij en haar zus een speciale bril nodig hebben. Dus ga ik samen met opticien Arne Jongsma aan de slag en lukt het op afstand om de brillen op maat te maken.
'Rood gebied'
Dan is het zover. Ik mag de brillen afleveren in Irak. Toch is dat een stevige uitdaging, omdat ik naar ‘rood’ gebied moet reizen. Het team en ik krijgen geen visum. We wagen de gok en reizen toch verder. Ter plaatse schakelen we de hulp van bisschop Noël in, die voor ons belt met het militaire checkpoint. We mogen doorrijden!
IS-commandopost
Eenmaal bij Melek thuis in het kapotgeschoten stadje dringen de gruwelijkheden van IS opnieuw tot me door. Haar vader Amer vertelt me over wat hij aantrof bij hun terugkeer in 2018. “Ik ontdekte dat IS-strijders van onze woning een commandopost hadden gemaakt. Op de muren stonden fundamentalistische kreten gekalkt en ik vond tientallen ongebruikte mobiele telefoons. Er hing een heel sinistere sfeer.”
De brillen voor Melek en Sara zijn een klein gebaar. Ik hoop dat ze het leven én het licht vanaf nu iets beter kunnen verdragen.